Over ski-ingrediënten

Radius
Camber
Rocker
Stijfheid
Demping
Rebound
Breedte
Lengte
Sidewall
Kern
Titanium
Carbon
Glasfiber

Radius

Ski’s zijn tegenwoordig allemaal getailleerd. De radius van een ski verwijst naar grootte van de denkbeeldige cirkelboog die je kan trekken langs de zijkant van een ski. De radius is de straal van die cirkelboog. Hoe extremer de taillering (het verschil in breedte aan de voor- en achterkant van de ski en het midden, onder de binding), hoe groter het zelfsturende effect van de ski. Een extreme taillering heeft een kleine radius en je kan er heel makkelijk kleine bochten mee carven. Een ski die minder getailleerd is heeft een grotere radius en is stabieler in lange gesneden bochten. Je kan er ook heel korte bochten mee carven, maar dat kost veel meer energie dan een ski met een kleine radius, omdat je de ski verder moet buigen om hetzelfde effect te krijgen. Terug naar boven

Camber

Camber is het Engelse woord voor ‘welving’. Bij ski’s wordt daarmee de boog bedoeld die de meeste ski’s onder de voet hebben. Als je een ski op een tafel legt (zonder gewicht erop, zonder remmetjes), raakt het midden van de ski de tafel meestal niet. De ski staat een beetje bol; aan de voor- en achterkant van de ski is wel direct contact uiteraard. Deze voorgebogen vorm, ook wel ‘voorspanning’ genoemd, zorgt ervoor dat als er gewicht op die ski komt, dat de ski dan over de hele lengte tussen de twee contactpunten gelijkmatig op de sneeuw terecht komt. Dit geeft een constante en goede grip over de hele lengte van de ski.

Tegenwoordig zijn er ook ski’s zonder camber op de markt. Deze zijn wat makkelijker te draaien in het horizontale vlak, maar hebben vaak wat minder grip op harde sneeuw. Rocker is het tegenovergestelde van camber. Terug naar boven

Rocker

Rocker is het tegenovergestelde van camber en verwijst naar de onderkant van een schommelstoel: een omhoog gebogen vorm. Aan de uiteinden van de ski is deze tegenwoordig vaak heel licht omhoog gebogen. Niet het opkrullende puntje, maar een geleidelijk van de sneeuw komen van een langer deel van de ski. Dit maakt dat de ski geleidelijk over oneffenheden heen glijdt, maar ook dat de ski geleidelijker aangrijpt als je hem op de kant draait en een bocht initieert.

bron: rossignol.com
bron: rossignol.com

In diepe sneeuw (poeder, slush) voorkomt rocker voor een deel dat de punten van de ski’s gaan duiken. Op de piste zorgt het voor wat vergevingsgezindheid in de ski. Race ski’s hebben tegenwoordig zelfs rocker, maar wel wat minder dan bijvoorbeeld een allmountain of freeride ski. Soms hebben ski’s ook rocker aan de achterkant. Tip-rocker (aan de voorkant dus) zorgt voor geleidelijke indraaiing van de bocht; tail-rocker (aan de achterkant dus) zorgt voor geleidelijke uitdraaiing van de bocht. Terug naar boven

Stijfheid

Stijfheid van een ski heeft vooral effect op de directheid van de ski en de vergevingsgezindheid. Stijfheid in de lengterichting van de ski maakt dat het relatief veel kracht kost om de ski te buigen. Het maakt dat een ski pas op hogere snelheid echt lekker bochten draait (hogere snelheid betekent meer kracht op de ski). Bovendien maakt het dat oneffenheden directer voelbaar zijn en de ski dus sneller foutjes afstraft. Een stijve ski is dan ook vaak een ski voor gevorderde skiërs.

Maar er is ook stijfheid in de twist of ‘torsie’ van de ski: de torsie-stijfheid. Dat wil zeggen dat als je de ski op zijn kant rolt, de hele ski meedoet, en niet dat een deel van die impuls verloren gaat, waardoor de uiteinden van de ski wat achterblijven. Een torsie-stijve ski geeft dus heel directe controle en wordt vooral door gevorderde skiërs gewaardeerd. Beginners hebben doorgaans behoefte aan een minder stijve ski, aangezien zij nog wel eens een onbedoelde beweging maken die niet direct tot een scherpe bocht moet leiden. Terug naar boven

Demping

Demping is de mate waarin trillingen en oneffenheden worden geabsorbeerd door de ski. In het Duits heet dit heel mooi ‘Laufruhe’ (vrij vertaald ‘looprust’). Trillingen ontstaan door oneffenheden in de piste en worden heftiger naarmate de snelheid en de krachten op de ski groter worden. Een gedempte ski geeft doorgaans een gevoel van vertrouwen en stabiliteit, terwijl een minder gedempte ski wat meer als onrustig, stuiterig en speels wordt ervaren.

De demping van een ski wordt voor een groot deel bepaald door de gebruikte materialen in de ski. Materialen als metaal en basalt absorberen trillingen veel beter dan bijvoorbeeld carbon of glasfiber. Maar ook zaken als  veel camber of een sidewall over de hele lengte van een ski helpen bij het absorberen van trillingen of het beperken van het ontstaan daarvan. Terug naar boven

Rebound

Rebound is vrij eenvoudig: de energie die de ski teruggeeft aan de skiër. Tijdens een bocht stopt de skiër energie in de ski om deze te buigen. Zodra die kracht afneemt omdat de transitie naar de volgende bocht begint, geeft de ski die kracht voor een groot deel weer terug aan de skiër. De ski werkt dus eigenlijk als een grote bladveer die de energie teruggeeft aan de skiër en deze zelfs echt de volgende bocht in lanceert. Verschillende materialen helpen hierbij, net zoals bepaalde constructies die sommige skifabrikanten gebruiken in hun ski’s – met name in race ski’s. Terug naar boven

Breedte

Een bredere ski geeft meer drijfvermogen dan een smalle ski – vooral in de poedersneeuw erg lekker. (Een smalle ski geeft weer betere grip op keiharde sneeuw.) Maar hoe breder een ski is, hoe meer kracht er verloren gaat in de constructie van de ski als je die op zijn kant draait: er is gewoon meer materiaal tussen de centerlijn van de ski (die midden onder je voet over de lengte van de ski loopt) en de staalkant die de sneeuw raakt. Hoe breder een ski is, des te meer de torsie-stijfheid afneemt, en hoe minder kantengrip je hebt. En ook: hoe breder een ski, des te langer het duurt om die om te kanten (je moet letterlijk een grotere afstand afleggen van kant tot kant).

Tegenwoordig zijn er veel technologieën die skifabrikanten ontwikkelen om dat effect tegen te gaan en je dus een brede torsie-stijve ski kan krijgen. Maar dat een brede ski trager omkant dan een smalle ski is een probleem dat je niet kan oplossen. De vraag of het erg is dat je niet zo snel kan omkanten is een andere kwestie. En dat heeft vooral te maken met het beoogde gebruik van brede ski’s en persoonlijke stijl. Terug naar boven

Lengte

De lengte van de ski heeft invloed op het gedrag op de sneeuw. Een langere ski betekent een groter oppervlakte en dus meer drijfvermogen. Maar het betekent ook een langere staalkant en dus meer kantengrip. Bovendien betekent het meer materiaal, wat meer demping en stijfheid betekent.

Een langere ski (de langere van twee maten van hetzelfde model bijvoorbeeld) zorgt dus voor meer stabiliteit, demping en gewicht. Voor zwaardere of beter skiërs erg fijn. Maar het zorgt (bij gelijkblijvende taillering) ook voor een grotere radius. Dat betekent dus iets harder werken voor dezelfde korte gesneden bochten als de kortere lengte.

Vroeger was lengte eigenlijk de enige variabele in skiverhuur-land. Tegenwoordig is lengte een van de vele factoren in een ski. En het is eigenlijk de laatste keuze die je maakt. Daarbij is lichaamslengte het uitgangspunt. Als je zwaar of extreem goed bent of als je heel hard gaat kies je bij twijfel de langere lengte, als je licht, wat minder goed of langzamer bent de kortere. Alleen specifieke slalomski’s neem je kort (165 als uitganspunt met vervolgens dezelfde plussen en minnen). Terug naar boven

Sidewall

De sidewall is de opstaande, verticale kant van kunststof die veel ski’s hebben. Deze heeft vaak een opvallend kleurtje. Hij loopt van de staalkant naar de bovenkant van de ski. Sommige ski’s (vooral beginnersski’s) hebben geen sidewall. Dit wordt een kap-constructie genoemd.

De sidewall helpt bij de overbrenging van de krachten van de skiër (via de skischoen en de binding, die op de bovenkant van de ski is gemonteerd) naar de staalkant van de ski, die in de sneeuw drukt. Maar de sidewall helpt ook om de krachten van de skiër door te geven over de hele lengte van die ski. Sommige ski’s hebben alleen een sidewall direct onder de binding. Daar is de grip van de staalkanten dan een stuk groter dan aan de uiteinden van de ski. Ski’s met een sidewall over de hele lengte van de ski hebben ook aanzienlijk meer grip over de hele lengte van de ski. Terug naar boven

Kern

De kern bepaalt voor een groot deel de eigenschappen van een ski. Vroeger waren kernen nog wel eens gemaakt van een soort schuim, dat na verloop van tijd uitdroogde en de ski zijn eigenschappen (stijfheid, rebound) verloor. Tegenwoordig zijn er nog steeds wel ski’s met een schuim of composiet kern, maar dat zijn doorgaans alleen kinder- en beginnersski’s. Dat schuim is een goedkope productiemethode, dus als aan de eigenschappen van de ski nog niet zo veel eisen worden gesteld, levert het een prima budget ski op.

De meeste mid-range tot goede ski’s hebben echter een houten kern. Er worden daarin verschillende houtsoorten gebruikt. Populier en es worden veel gebruikt, maar ook bamboe en esdoorn zie je veel. Elke houtsoort heeft zo zijn eigen eigenschappen en effecten op het karakter van de ski. De meeste kernen worden echter gemaakt van twee of meer verschillende houtsoorten, die in laagjes zijn gestapeld, als een sandwich. De ‘sandwich constructie’ verwijst daar dus ook naar. Meestal ligt de sandwich echter wel op zijn kant, wat de stijfheid en rebound van de ski ten goede komt. Terug naar boven

Titanium

‘Ti’ is een afkorting die je veel tegenkomt in skinamen. Vaak wordt het doorvertaald naar ‘titanium’, maar daarmee heeft het niets te maken. Titanium (gebruikt in de ruimtevaart en moderne straaljagers) is weliswaar een heel licht en sterk metaal, maar het is peperduur. Als het metaal in een gemiddelde ski echt titanium zou zijn, zou je de prijs van zo’n ski makkelijk kunnen vertienvoudigen.

‘Ti’ in een skinaam staat voor ‘Titanal’. Dat is de productnaam van een aluminiumlegering uit de 7075 serie (met onder andere zink, magnesium en koper in kleine hoeveelheden), die speciaal wordt gemaakt voor gebruik in sportartikelen. Het heeft dus veel meer weg van aluminium dan van titanium. Belangrijke eigenschappen van dit Titanal zijn het vermogen om vibraties te absorberen (het zorgt dus voor goede demping in ski’s) en dat de stijfheid in alle richtingen hetzelfde is. Eén plaat Titanal zorgt dus voor zowel torsie-stijfheid als longitunale stijfheid in een ski. Het is wel relatief zwaar in vergelijking met synthetische vezels of bijvoorbeeld carbon. Terug naar boven

Carbon

Carbon is een veel gebruikt materiaal in ski’s. Het is licht van gewicht en erg sterk en stijf. Maar wel maar in één richting. Daarom zie je vaak gekruiste vezels in een technologie met een ‘X’ in de naam, waarmee men aangeeft dat het voor zowel longitunale als torsie-stijfheid wordt gebruikt.

Waar carbon niet zo goed in is, is het absorberen van vibraties. Die worden eigenlijk direct doorgegeven aan de skiër. Een mix van metaal en carbon geeft de ‘pop’ en het lage gewicht van carbon, maar de demping van metaal. Dit zijn dus vaak zeer energieke, levendige ski’s zonder dat ze meteen wegspringen op elke ribbel in de sneeuw. Terug naar boven

Glasfiber

Glasfiber zit in alle ski’s. Het is een materiaal dat weliswaar eigenschappen heeft die het gedrag van ski’s beïnvloeden (het zorgt voor wat demping en stijfheid), maar vooral is het wat alle ingrediënten bij elkaar houdt. Glasfiber zelf is een geweven ‘stof’ van glasvezels. Eén enkele vezel is best sterk, maar slecht in één richting. Daarom wordt het dus, net zal carbon, geweven om in verschillende dimensies te werken.

Glasfiber wordt als laag tussen de verschillende andere lagen in gebruikt. Deze glasvezels worden namelijk vastgezet met hars. En dat hars is als lijm: het plakt op alle oppervlakken van alle andere elementen (sidewalls, kern, staalkanten, titanalverstevigingen, etc.) en is dus wat de ski bij elkaar houdt. Terug naar boven