Welke lens in je goggle?

Welke lens moet je nou hebben voor welk weertype? Het is eigenlijk niet zo heel ingewikkeld. We moeten rekening houden met twee afzonderlijke zaken: lichtintensiteit (hoeveelheid licht, felheid van licht) en de kleur van dat licht. De lens die in je goggle (of zonnebril) zit, werkt als een filter. En het doet wat met beide aspecten.

Categorieën lenzen

Lenzen regelen in de eerste plaats de hoeveelheid licht (en schadelijke Uv-straling) die je oog bereikt. De hoeveelheid licht die wordt doorgelaten, wordt weergegeven in percentages. Dit zijn de lenscategorieën:

Categorie 0: 80-100% wordt doorgelaten
Categorie 1: 43-80% wordt doorgelaten
Categorie 2: 18-43% wordt doorgelaten
Categorie 3: 8-18% wordt doorgelaten
Categorie 4: 3-8% wordt doorgelaten

Hoe lichter het buiten is, hoe hoger de categorie lens die je nodig hebt om je ogen goed te beschermen. Categorie 0 wordt ’s avonds gebruikt, of binnen; categorie 4 gebruik je als het licht fel is (boven op een gletsjer bijvoorbeeld, als het licht ook nog eens van alle kanten weerkaatst wordt). Met categorie 4 lenzen mag je trouwens geen auto rijden. Het is maar dat je het weet. Voor wintersport is een categorie 2 of 3 lens het meest gebruikt, omdat die voor een breed scala aan lichtomstandigheden bruikbaar zijn.

Kleuren

Lenzen hebben verschillende kleuren. Om uit te leggen waarom dat zo is, moeten we eerst even ingaan op hoe ons oog werkt, en licht. Licht bestaat uit stralingen van een heleboel verschillende golflengtes. Elke golflengte geeft zijn eigen kleur licht. Wit licht bevat alle golflengtes die we kunnen zien. Blauw licht heeft een kortere golflengte, rood heeft een lange, etc.

In ons oog zitten receptoren, kegeltjes in dit geval, waarmee we kleuren kunnen onderscheiden. We hebben steeds clusters van drie kegeltjes: een die gevoelig is voor blauw licht, een die gevoelig is voor groen licht en een die gevoelig is voor rood licht. Met die drie kunnen we alle kleuren in het spectrum van zichtbaar licht waarnemen en onderscheiden. Als zo’n receptor licht in zijn golflengte-range waarneemt, stuurt het een seintje naar de hersenen. Hoe dichter de frequentie van het licht dat de receptor waarneemt in de buurt komt bij de optimale frequentie voor die receptor, des te sterker het seintje. Sommige kleuren kunnen worden waargenomen door twee receptoren, die dan dus allebei een seintje naar de hersenen sturen.

Vergelijk het met de pixels van een beeldscherm. Elke pixel bestaat uit een rood, groen en blauw pixeltje. Door van elk van die drie de intensiteit te regelen, kan je alle kleuren van het spectrum op het scherm toveren. De RGB-codes van kleuren (die je op de computer kan gebruiken) zijn op dit principe gebaseerd.

Tegengestelde kleuren

De kleuren staan dus in een spectrum. Als je dat spectrum als een continue band weergeeft, krijg je een cirkel:

kleurencirkel2

De kleuren waarop onze ogen zijn geprogrammeerd, vind je bij de punten van de driehoek. De kleuren die daar tussenin liggen (zoals geel of paars) wordt dus door twee kegeltjes waargenomen.

In de sneeuw krijgen we vooral veel licht binnen dat in de blauwe tinten zit. Blauw van de lucht, blauw van ijs, blauwe schaduwen in sneeuw. Als we die overload aan blauwe tinten willen compenseren, moeten we dus een lens nemen in de kleur die in die cirkel diametraal tegenover blauw ligt. Geel dus. Een gele lens geeft eigenlijk alleen licht door met golflengtes die door de andere receptoren dan de blauwe worden opgevangen. En dat compenseert dus de overheersende kleur. (Veel zonnebrillen die vooral op het land worden gebruikt, waar vooral veel groene en gele tinten zijn, hebben vaak ook een grijs-paarse filter – paars ligt tegenover groen in de cirkel.)

Kleur èn intensiteit

Nu is alleen kleur niet genoeg om het beste zicht te hebben. Je moet ook zorgen dat er genoeg licht bij je ogen komt om genoeg contrast te kunnen zien. Als het zwaar bewolkt is, heb je een lens nodig die dus niet alleen het vele blauw compenseert dat door de sneeuw wordt weerkaatst, maar ook een lens die relatief veel licht door laat. Een categorie 1 lens met een gele kleur is dan dus het beste.

Als het heel zonnig is en je staat de hele dag in de sneeuw, heb je nog steeds die blauwe kleur die je moet compenseren, maar wel met een lens die minder licht doorlaat. Een categorie 3 lens is dan gewenst. Die zal dan bruin zijn (geel donker gemaakt richting zwart wordt bruin), of grijs als je geen kleurcompensatie wil.

Je zit met sneeuwbrillen dus altijd qua lenskleur in de geel-oker-oranje-bruin sfeer om dat blauw-cyaan te compenseren. Maar daarnaast moet je dus ook nog letten op de lichtintensiteit en de categorie van bescherming die je wil. En als je niet wil of kan kiezen, dan biedt een fotochromatische lens (meekleurende lens, of eigenlijk niet de kleur maar alleen de lichtdoorlaatbaarheid) uitkomst. Of een verwisselbare lens natuurlijk. Dan kan je ook nog verschillende kleurtjes meenemen.

0 comments on “Welke lens in je goggle?Add yours →

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *