Alles over skilengte

Wat is de juiste skilengte?

Het simpele en flauwe antwoord op die vraag is: wat je zelf het lekkerst vindt skiën. Maar laten we er wat dieper op in gaan. Ski’s zijn tegenwoordig zo gebouwd, dat ze voor een steeds breder publiek geschikt zijn. Ze zijn steeds veelzijdiger. Door innovaties als rocker en ontwikkelingen in de constructie van ski’s waardoor ze steeds lichter worden zonder aan grip of stabiliteit te moeten inleveren zijn ski’s steeds makkelijker om te skiën.

Lengte is dus slechts één van de vele factoren die invloed hebben op het gedrag van een ski in de sneeuw. Zaken als taillering (radius), stijfheid en demping, constructie en rockerprofiel bepalen het type of zelfs het model ski dat geschikt is voor wat je ermee wil. In welke lengte je die ski dan moet nemen is eigenlijk pas de laatste stap.

‘Vroeger’ (en bij veel verhuren en bij kinderski’s nog steeds) was lengte het enige argument: een kortere ski is makkelijker te skiën dan een maatje groter van hetzelfde model. Tegenwoordig hoeft dat niet meer zo te zijn. Ontwikkelingen als rocker maken de ski immers al een stuk ‘handelbaarder’. Wat extra lengte is dan zelfs juist lekker om dezelfde effectieve contactlengte te hebben, en bijvoorbeeld kantengrip op steile of ijzige pistes.

Wat doet skilengte precies?

Als we op een rijtje zetten wat extra lengte in een ski brengt, is dit ongeveer de samenvatting:

Extra lengte brengt:

• Hogere snelheden
• Meer stabiliteit
• Meer kantengrip
• Grotere gesneden bochten
• Meer drijfvermogen

Met extra lengte lever je echter in op:

• Draaigemak
• Gevoel van ‘handelbaarheid’

Lichaamslengte als uitgangspunt

De zaken waar je met een lange ski op inlevert (draaigemak, handelbaarheid) worden opgelost met andere maatregelen (rocker, lichtere constructie aan de uiteinden van de ski’s, gebruik van materialen op tactische plaatsen om de flex en grip te beïnvloeden). En dus hoef je daarvoor niet meer een kortere ski te nemen. Door al die prachtige technologieën is lichaamslengte tegenwoordig het uitgangspunt.

Er zijn eigenlijk maar twee typen ski’s die van dat uitgangspunt afwijken:

1. De FIS-ski, die voor officiële wedstrijden wordt gebruikt. Voor elke discipline is het materiaal heel gedetailleerd voorgeschreven.
2. De slalom ski. Een slalom ski is gemaakt voor (bijna uitsluitend) korte, energieke, gesneden bochten. Een langere ski zit dan echt in de weg als je korte bochten wil carven. Zeker als je dat ook energiek wil doen: de ski heeft wel wat rebound nodig om dat voor elkaar te krijgen. Een lange ski die veel rebound heeft, kost zo veel kracht om kort te carven, dat daarin de lengte echt doorslaggevend is.

Uiteindelijke keuze

In alle andere gevallen kan je dus lichaamslengte als uitgangspunt nemen. Maar vaak zit je daarmee tussen twee lengtes van een bepaald model in. Om van die twee de kortere of de langere maat te kiezen, kan je de volgende handvatten gebruiken:

Kies de langere maat als je:

• relatief zwaar bent
• bovengemiddeld goed skiet
• relatief atletisch / krachtig skiet
• op relatief hoge snelheid skiet

Kies de kortere maat als je:

• relatief licht bent
• nog niet zo heel ervaren bent
• relatief ontspannen skiet
• niet het snelst hoeft te zijn