De ultieme wedelski

Ik probeer mijn eigen skiën constant te verbeteren. Niet omdat ik de beste wil zijn daarin, maar omdat ik mij onder alle omstandigheden en in elk terrein goed wil kunnen handhaven. En daarmee bedoel ik: gecontroleerd, veilig en efficiënt skiën.

Eén van de punten waar ik nog zeker aan moet werken is skiën met een smallere skivoering. Ik sta vrij breed. Als ik carve is dat minder een probleem (hoewel ook daar de kans bestaat dat je te veel op je binnenski skiet), maar vooral in poeder en buckels zou het zeer welkom zijn om smaller te kunnen skiën.

Allerlei oefeningen

Er zijn veel oefeningen die daarbij kunnen helpen. Allerlei balans-oefeningen om mee te beginnen. Maar een ‘drill’ die ik zelf graag gebruik is proberen goed te wedelen. Je weet wel, die ouderwets aandoende stijl waarbij de enkels bij elkaar blijven, een beetje als een monoski. Als je breed staat, kan je veel minder makkelijk draaien dan met een smalle skivoering.

Dus ik probeer te wedelen – als dat soepel gaat betekent dat dat ik een smalle skivoering heb; voor mijn ritme is het ook nog eens goed. Maar op mijn slalomski’s is dat niet eenvoudig. Die willen namelijk eigenlijk alleen maar carven. Daarvoor heb ik ze eigenlijk ook. Maar welke ski is dan wel goed voor wedelen? Wat is dus de ultieme wedelski?

Radius en grip

Mijn slalomski’s wedelen niet zo lekker omdat de extreme taillering (kleine radius) constant wil aangrijpen om te carven. En carven is nu net het tegenovergestelde van wedelen. Want bij wedelen draai je uitsluitend geslipte bochten. En dus wil je een ski met geen extreme taillering. Kortom: hoe groter de radius, hoe beter de ski in theorie wedelt.

Maar je wil voor dat slippen ook constante grip en druk over de hele lengte van de ski. Als de tip en tail bijvoorbeeld veel flexibeler zijn dan onder de binding, is je draai heel inconsistent en veel gevoeliger voor onbedoelde impulsen van de skiër of van de piste (brokken sneeuw bijvoorbeeld). Een sidewall over de hele lengte zorgt doorgaans voor een mooie constante buiglijn en drukverdeling over de hele lengte van de ski.

Tot slot: voor goede grip en een smalle skivoering is een smalle ski handiger dan een brede. De kanthoek die je uiteraard wel maakt, kan dan groter zijn met minder laterale (zijwaartse) afstand tussen je voeten.

Welke ski dan?

Dan zijn er natuurlijk allemaal persoonlijke voorkeuren die je kan hebben. Ik hou bijvoorbeeld van flexibele ski’s (die ik dan lekker lang kan nemen). Ik ben immers een luie skiër, die niet veel extra kracht of explosiviteit in zijn skiën stopt. Wil je dat juist wél, dan moet je kiezen voor een wat stevigere ski met wat meer rebound.

Als luie skiër kies ik voor de Atomic Redster Edge GS, met mijn lengte en gewicht ga ik voor de 183. Een echte ‘click & go’ ski (je hebt niet meer dan twee bochten nodig om aan hem te wennen: je klikt ze onder en je gaat). Eenvoudig te skiën dus, kost niet veel kracht. Maar wil je een keer lekker hard, dan blijft ie wel goed stabiel. Als je een ski zoekt die vertrouwen geeft: dit is je lat.

atomic_2016_redster_edge_gs volkl_2015_racetiger_rc_uvo

Ski je nu wat krachtiger en met meer energie, dan kan ik de Völkl RC UVO aanraden. Helaas wordt die niet langer gemaakt dan 175, maar dat zou voor mij meer dan genoeg zijn. Een stijve ski, maar immens stabiel en consistent. Ik krijg hem niet goed gecarved (ik krijg hem niet ver genoeg gebogen), dus kan ik er alleen maar op wedelen.

Kortom

Er is voor iedereen wel wat. En voor mensen die dat wedelen niet zien als een oefening om een doel te bereiken (zoals ik), is er dus nog zeker wel een moderne ski te vinden om die traditie mee in ere te houden. Maar alstublieft, probeer ook eens het moderne skiën en lekker carven. Hoe meer vaardigheden je beheerst, des te meer plezier heb je in de sneeuw. Dat vind ik althans.

0 comments on “De ultieme wedelskiAdd yours →

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *