Een ski als open boek

Als je een ski wil met bepaalde eigenschappen, is het testen van een aantal modellen de beste methode om uit te vogelen welke ski het best aan je wensen voldoet. Maar als je niet alles kan testen, of als je uit de pak ‘m beet 20 ski’s in die categorie er maar drie wil overhouden op je short list, dan moet je op een andere manier ski’s gaan selecteren.

Gelukkig kan je aan de vorm van de ski en informatie over de constructie al een heleboel te weten komen over wat een ski waarschijnlijk goed en minder goed zal kunnen. Als je weet waar je op moet letten, kan je het gedrag van een ski voorspellen.

De vorm verraadt bijna alles

De categorie ‘allmountain’ ski’s bevat alles van brede pistelatten tot ski’s die eigenlijk alleen in de poeder tot hun recht komen. In deze categorie zien we dan ook grote verscheidenheid aan constructies en vormen. Aan de hand van drie modellen zal ik laten zien hoe je de aan de vorm en constructie van een ski kan aflezen wat hij waarschijnlijk goed kan (en wat niet). De modellen zijn: de K2 Pinnacle 88, de Blizzard Brahma en de Rossignol Experience 88. Allemaal van het huidige seizoen.

Ik ga alvast verklappen dat de K2 eigenlijk alleen in poeder lekker skiet, de Rossignol alleen op de piste en de Blizzard zit daar qua gebruik tussenin en is het meest veelzijdig van de drie. Maar hoe weet ik dat nou als ik er niet op ski in een verscheidenheid van condities?

De Rossignol heeft het breedste punt van de ski aan de voorkant en aan de achterkant het meest naar het uiteinde van de ski liggen. Dat betekent dat de taillering bij die ski (van deze drie) het langst doorloopt. Taillering heb je alleen maar nodig bij het carven van een ski op een harde piste. Het feit dat de Rossignol het meest de nadruk legt op die taillering (het grootste percentage van de lengte van de ski gaat mee in de radius) zegt mij dat deze ski dat carven op harde pistes als belangrijkste kwaliteit heeft.

De K2, aan het andere uiterste van het spectrum, legt het minst nadruk op die taillering. Bij die ski is het juist de punt die lang is, taps toe loopt en alles wat minder abrupt. Het is een ski waarvan de tips echt ontworpen zijn om te drijven en vooral nergens aan te blijven haken: poeder dus. De vorm maakt ook – met zijn ronde overgangen en minder aanwezige taillering – dat deze ski veel beter smeert dan carvet.

De Blizzard ligt in al deze aspecten tussen de K2 en de Rossignol in. Het is ook een ski die zich net zo goed thuis voelt op de harde piste, waar je hem als een GS ski echt flink hard kan carven. Maar net zo lief gaat hij door de crud, poeder of slush, waar hij stabiliteit geeft, goede float voor een ski van die breedte en alle energie die je nodig hebt in lange, bijna big- mountain bochten of kris kras tussen de bomen. En wat voor de tips geldt, geldt ook voor de achterkanten van de ski.

Materialen vertellen een verhaal

Ook de gebruikte materialen zeggen wat over het beoogde gebruik van een ski. Alle drie hebben ze een sidewall, houten kern en metalen versteviging. Maar de Rossignol heeft bijvoorbeeld ook nog een laag basalt erin, voor extra demping. En extra demping heb je vooral nodig als er oneffenheden zijn die zorgen voor vibraties in de ski. Die vibraties krijg je niet als je in poeder skiet, maar wel als je op een ijzige piste of hard corduroy skiet. Dáárvoor is die ski dus duidelijk gemaakt.

De K2, aan de andere kant, heeft metaal alleen op plekken waar K2 vindt dat het bij deze ski wat moet doen. Op alle andere plekken zit het niet, voor de gewichtsbesparing. Ook de gebruikte houtsoort in de kern heeft vooral licht gewicht als belangrijkste eigenschap. Deze ski is dus gebouwd om mee ophoog te lopen, het zij met toerbindingen, het zij op een rugzak gebonden. En voor een geprepareerde piste hoeft dat niet, maar voor verse poeder vaak wel. En ook hier zit de Blizzard in het midden. Te zwaar om lang mee te hiken, maar wel wat levendiger qua bouw (meer gebruik van carbon bijvoorbeeld) dan de Rossignol.

Niet blind op varen

Dus wat je ook zoekt in een ski, die ski vertelt je wat ie goed kan. Betekent dat dat je op de folder alleen een ski moet gaan uitzoeken? Dat lijkt me niet verstandig. Want er zijn veel meer ski’s dan de drie eenvoudig te herkennen voorbeelden die ik hier genoemd heb. En wat in een folder wordt opgeschreven, is soms ook meer wishful thinking van een marketingafdeling dan dat het echt beschrijft hoe de ski presteert. Gebruik deze zaken dus als een eerste verkenning of om verschillen in prestatie te verklaren. Ik zou er echter nooit blind op varen.

4 comments on “Een ski als open boekAdd yours →

  1. Interessant om te weten. Ik heb dus een rosignol. ik ben nog steeds een beginner. Na 2 keer een weekje geskied te hebben wilde ik een uitrusting aanschaffen. In de winkel kwam dus met een lengte uit van tussen neus en kin.. Bij mij net onder de neus. Ik ben nu voor de derde week aan het skieen met mijn nieuwe skies op zeer harde sneeuw, op depiste, hiervoor is die volgens mij geschikt. Alleen nu komt het: Bij het ploegen blijven de voor kanten vaak aan elkaar steken, waardoor ik vaak bijna val. Is dit bekend? Er zitten vooraan schroefjes. Groeten.

    1. De ene Rossignol is de andere niet (het merk is in dit verhaal niet belangrijk). Welke ski heb je precies?

      Een algemene tip: de tips niet letterlijk tegen elkaar houden tijdens skiën in ploeg. Je skileraar kan je hier beter bij helpen dan ik overigens.

Laat een reactie achter op Ed van Roessel Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *