Afgelopen seizoen (2018-2019) hebben veel high-performance ski’s een update gehad. Voor komend seizoen (2019-2020) blijven ze allemaal ongewijzigd. Daarom een nieuw lijstje slalom- en reuzenslalomski’s voor consumenten. Beide lijstjes zijn ingestoken met de vraag welke unieke eigenschap binnen die categorie het meest bepaalt welke ski je zou moeten kiezen. De sortering is dan op basis van díe eigenschap.
Slalomski’s (SL)
Slalomski’s zijn gemaakt voor korte bochten op harde pistes. Ze zijn dan ook allemaal snappy, direct en echt goed voor dat werk. Een slalomski is wat mij betreft méér dan een slalomski als je ook in langere bochten ermee uit de voeten kan. Als de ski niet zoekerig wordt en in algemeen gebruik ook nog goed scoort, dan is dat – voor een slalomski – echt een extra eigenschap. De ski op de eerste plaats is dus mijns inziens het meest veelzijdig (als in: kan ook nog wat anders dan kort carven); nummer 10 heeft dat het minst. (Deze ski’s verschillen op nog wel meer punten van elkaar, maar de rangschikking is op veelzijdigheid.)
- Rossignol Hero Elite ST TI – wat steviger dan zijn voorganger, maar nog steeds licht, levendig, stabiel en dus zéér veelzijdig voor een SL ski, bijvoorbeeld ook erg leuk in de slush. Echt een allemansvriend die je graag van het verhuur mee krijgt als je de hele week op de piste blijft.
- Elan SLX – deze ski is afgelopen jaar niet veranderd. Een vriendelijke ski die ook goed geslipt kan skiën, en ook op lage snelheid. Heerlijk stabiel en betrouwbaar, ook lekker als je gewoon wat wil cruisen.
- Stöckli Laser SL – een prachtige combinatie van power en souplesse. Als je hem op zijn staart trapt is het een racebeest. Maar gewoon lekker door het gebied skiën gaat ook moeiteloos.
- Blizzard Firebird SRC – deze vriendelijke ski mist net wat wauw en power. In dat opzicht dus wat minder allround. Krachtige, agressieve skiërs zou ik een andere SL ski aanraden.
- Nordica Dobermann SLR – deze ski lijkt heel erg op de Blizzard, ook in zijn sterke en minder sterke punten.
- Head Worldcup Rebels i.SL – de Head variant kan slippen en snijden, in beiden erg lekker. Alleen anders dan bij de Nordica en de Blizzard is deze Head juist vrij stevig en zal daarom een minder groot publiek aanspreken (en is dus in het doelgroep-opzicht minder veelzijdig).
- Völkl Racetiger SL – de Völkl heeft een flinke update gehad. De ski is nu behoorlijk stevig en agressief. Zet hem met kracht op de kant en hij snijdt de piste in reepjes. Veel anders wil hij wel, maar dat vergt wat meer moeite.
- Fischer RC4 Worldcup SC – deze ski is al een aantal jaar onveranderd. Stevig, direct, goed gedempt. Hoe meer techniek en kracht je erin stopt, hoe meer je eruit haalt. Daarmee is de doelgroep wel erg klein.
- Atomic Redster S9 – vooral lichte, minder vaardige skiërs kunnen ermee uit de voeten, voor grote skiërs zou ik echt wat anders aanraden. Deze ski is eigenlijk niet high performance genoeg om als echte consumenten slalomski te boek te staan, vind ik.
- Salomon S/Race Rush SL – het omgekeerde van de Atomic: dit is meer een echte ‘race-ski’ dan ‘high performance’. Dat zal door de raceplaat komen. Maar iets anders dan deze volle bak carven is er eigenlijk niet bij.
Reuzenslalomski’s (GS)
De GS-ski’s voor consumenten zijn gemaakt voor grote bochten. Hoewel deze categorie ski’s eigenlijk altijd wel geslipt te skiën is – dat is min of meer inherent aan de grotere radius – skiën ze zeker niet allemaal hetzelfde. Ze zijn namelijk behoorlijk verschillend in de stijfheid, directheid en vergevingsgezindheid. Vergevingsgezindheid (en daarmee ook de breedte van de doelgroep en het inzetbereik van de ski) is wat mij betreft de onderscheidende factor, daarop is ook de sortering gebaseerd. De nummer 1 is het meest vergevingsgezind, de nummer 10 het minst.
- Elan GSX – heerlijk stabiel en allround. Zo makkelijk in alle bochtgroottes en op alle tempi te skiën dat je deze ski bijna niet als GS zou aanmerken.
- Atomic Redster G9 – soft en lief, ook niet echt ‘high‘ performance. Maar gewoon een fijne pisteski, vrij allround in gebruik.
- Nordica Dobermann GSR – de radius maakt hem wel echt GS, maar qua heftigheid is dit niet echt heel high performance. Wel een heerlijke ski, ook voor relaxte skiërs.
- Rossignol Hero Elite LT TI – een mooie balans tussen bedieningsgemak en power. Je krijgt duidelijk wat meer terug dan de ski’s die hierboven staan, maar echt op je donder krijg je niet snel.
- Stöckli Laser GS – misschien wel het breedste inzetbereik van al deze ski’s, zowel in bochtgroottes als in het type skiërs dat erop weg kan. Niet echt vergevingsgezind voor de portemonnee overigens.
- Völkl Racetiger GS – de nieuwe Racetiger GS is wat pittiger dan de vorige. Voor de betere, dynamischer skiërs die wel willen voelen dat ze een foutje maken.
- Fischer RC4 Worldcup RC – al jaren onveranderd, maar nog steeds een stabiele ski voor goede skiërs. Als je ze geslipt skiet, zijn ze wat minder smooth en kosten ze wat meer focus.
- Blizzard Firebird WRC – deze ski kan carven als een malle, maar dat kost wel wat inzet. Vooral stevige benen heeft deze ski nodig. Als je die energie er niet in stopt, is de ski ook echt niet heel plooibaar (letterlijk).
- Head Worldcup Rebels i.Speed – deze ski vraagt om veel en constante input. De ski is stijf en direct, maar gek genoeg voel je daar aanvankelijk niet zo veel van. Pas als ie wakker wordt begint ie te bijten. En dan kan het je ook echt je kuiten kosten.
- Salomon S/Race Rush GS – een ski die 1 ding kan en verder niet zo veel: Heel. Hard. Carven. Ben je een milliseconde te laat met de timing, dan ben je de pineut. Slippen is er überhaupt niet bij. Dit is één grote strafexpeditie, tenzij je en getrainde wedstrijdskiër bent.
De karakteriseringen zijn weer heerlijk om te lezen, veel dank daarvoor!
Ik vraag me soms wel af in hoeverre het gewicht van de skiër een rol speelt bij het ervaren van een ski (ten opzichte van techniek). Ik ben bijvoorbeeld klein en zeer licht, maar daarentegen geef ik bij elke bocht 100% input. Ik veronderstel dat dat elkaar een beetje opheft, maar ik weet dat natuurlijk niet zeker, misschien is dat wishful thinking 😉 Ben benieuwd hoe de meningen van anderen daarover zijn.
De krachten die op een ski werken, worden gevormd door de massa van de skiër en de vele krachten die erop worden gezet (je eigen input, zwaartekracht, je snelheid e.d.). Het is een vrij complex geheel dus, maar ‘all else being equal’ hebben de factoren als massa van de skiër en de input van de skiër dus inderdaad invloed.