Over ‘race’ ski’s

Veel mensen denken dat ‘race’ ski’s alleen te skiën zijn door afgetrainde, doorgewinterde wedstrijdskiërs. Dat is niet helemaal waar. Of beter: er zit een groot verschil tussen ski’s waarvoor dat inderdaad geldt (FIS wedstrijdski’s bijvoorbeeld) en de consumenten raceski’s die ik regelmatig aanraad en waarvan je ook behoorlijk wat reviews vindt op deze site. Ik zal proberen uit te leggen hoe het bij eigenlijk alle mainstream skimerken in elkaar zit.

Welke raceski’s zijn er?

‘Race’ wil niet per se zeggen ‘wedstrijdski’. Wedstrijdski’s zijn ski’s waar daadwerkelijk wedstrijden op kunnen en mogen worden geskied. Ik zeg ‘mogen’, omdat de FIS en de nationale bonden regels hebben waaraan materiaal moet voldoen om deel te mogen nemen aan wedstrijden. Zo heb je de Worldcup, de FIS-wedstrijden (oneerbiedig gezegd de ‘tweede divisie’), een aantal jeugdcategorieën (U19, U16, U14, U12 – U staat voor ‘under’) en de Masters, de recreatieve verenigingscompetities.

Hoe hoger de competitie waarin je skiet, des te heftiger de ski’s doorgaans zijn. De lengte van de ski’s, de radius van de ski’s, de constructie van de ski’s – allemaal is het van invloed op de handelbaarheid van de ski’s en – aan de andere kant – het potentieel aan acceleratie, grip en stabiliteit. In de Worldcup is een heren Reuzenslalomski bijvoorbeeld 193 lang, met een radius van 30 meter. Voor U16 en U14 is dat 188 / R 17, voor masters is er überhaupt alleen de regel dat de reuzenslalomski minimaal 185 lang moeten zijn. Maar dit gaat dus allemaal over wedstrijdski’s, die niet direct voor consumenten op de markt worden gebracht. Demo-skiërs of skileraren op hoog niveau zie je er wel eens op, maar dat is het dan meestal ook wel.

Recreanten of consumenten raceski’s

Voor gewone stervelingen (recreanten) zijn er gelukkig ook ‘race’-modellen. Die zijn qua eigenschappen en technologie afgeleid van de wedstrijdski’s. In lengte, zwaarte van constructie en radius zijn deze echter wel wat aangepast aan de vaardigheden en het gebruik door die recreanten (minder hoge snelheden, skiën doorgaans niet op afgesloten pistes, etc.). Langer dan 185 komt een consumenten GS ski eigenlijk niet voor, de radius is meestal maximaal 21 meter en de ski is minder stijf dan de wedstrijdversie. Ook zit er vaak (maar niet altijd) wat rocker in. Denk aan modellen als de Völkl Racetiger GS, de Fischer RC4 Worldcup RC, de Rossignol Hero Elite LT TI, de Head Worldcup Rebels i.Speed, Atomic Redster G9, etc.

Sommige merken maken ook nog een wat stevigere versie van de consumentenlatten met een raceplaat en –binding. Dat is de zogenaamde ‘Pro’-versie. Die vragen aanzienlijk meer techniek en conditie dan de gewone consumenten-raceski’s, maar zijn nog niet zo onhandelbaar op een openbare piste als de echte wedstrijdlatten. Die raceplaat zorgt voor extra demping en acceleratie; de scherpere hoeken en de zwaardere constructie maakt dat deze versies wat hogere snelheden aankunnen en nodig hebben om optimaal te presteren. Merken die zo’n ‘pro’-versie hebben zijn Head, Völkl, Fischer en Blizzard (daar heet de versie overigens ‘racing’).

2019 Völkl Racetiger GS UVO Pro

De verschillen tussen de wedstrijdski’s en de consumenten-raceski’s zijn bij de GS modellen een stuk groter dan bijvoorbeeld in de Slalom-modellen. Daar is de radius en de lengte van de ski namelijk niet veel anders. De constructie, rebound en tune doorgaans wel. Een goede recreant kan op een FIS slalom-ski nog wel prima naar beneden komen als hij geen gekke dingen doet. Op een FIS GS-ski is dat echt wel andere koek.

Geen misverstand, alleen gezond verstand

Kortom: ‘race’ wil zeggen: ‘afgeleid van de wedstrijdski’s’, met alle sterke en zwakke eigenschappen van dien, maar terug gebracht tot menselijke proporties in de consumentenversies. Grip, precisie, rebound, stabiliteit zijn daarin de kernwoorden. Wedstrijdski’s zijn per definitie raceski’s, maar raceski’s zijn echt niet per definitie wedstrijdski’s. Sterker nog: als je gewoon kijkt naar de eigenschappen van de consumenten-raceski’s denk ik dat heel veel technisch vaardige recreanten er een heel goede ski aan hebben voor op de piste. De ‘lagere’ modellen uit die race-series (Atomic Redster G7 en G5, Head Worldcup Rebels i.GSR en i.SLR, de inmiddels overjarige Rossignol Hero Elite Allturn) zijn zelfs zó ver afgeschaald dat het eigenlijk geen ‘race’-affiliatie verdient. Dat ie dan toevallig ook ‘Redster’, ‘Worldcup Rebel’ of ‘Hero’ heet is dan gewoon maar zo. Maar dat wil echt niet zeggen dat alleen een Marcel Hirscher, Aksel Lund Svindal of een Henrik Kristoffersen er fatsoenlijk op naar beneden komt.

0 comments on “Over ‘race’ ski’sAdd yours →

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *